Wellicht ben je al bekend met de veranderende inzichten vanuit de functionele anatomie. Sla maar eens een klassiek anatomieboek open met daarin allerlei aparte spieren, met een aparte oorsprong (origo) en een aparte aanhechting (insertie). Het woord ‘apart’ lees je niet voor niets drie keer. Een snijzaalmedewerker moest behoorlijk wat werk verrichten om deze aparte spieren los te prepareren van de bestaande samenhang. Dit monnikenwerk leidde vervolgens tot een bakje met ‘afval’: het bindweefsel, oftewel fascia weefsel. In het Engels bekend als connective tissue en in het Duits als Bindegewebe.
Fascia weefsel
Dit weefsel blijkt echter veel meer dan een bakje afval. Het is namelijk een zeer intrigerende weefselvorm. Het lot van dit verbindende systeem is inmiddels dan ook veranderd van ‘onbeduidend afdeklaagje’ naar een weefsel met een ongekende complexiteit en diversiteit aan functies. Om er een paar te noemen:
- Het scheidt alle andere weefsels in het lichaam van elkaar en verbindt deze tegelijkertijd
- Het is in staat om elastische energie op te slaan onder invloed van de zwaartekracht en bewegen en deze terug te geven in een volgende beweging
- Het speelt een belangrijke rol in ons lichaamsgevoel (hoe gaat het met mij?) en ons bewegingsgevoel (propriocepsis)
Mechano transduction
Er zijn naast bovenstaande functies nog vele andere functies, waaronder het fenomeen van ‘mechano transduction’. Het fasciale bindweefsel bestaat uit een soort van stroperige, slijmachtige matrix waarin collageen en elastine vezels als het ware opgehangen zijn. Dit wordt ook wel de grondsubstantie of extra cellulaire matrix genoemd. In deze matrix zitten ook diverse soorten afweercellen en vooral bindweefselbouwers, de fibroblasten. Dit zijn celwanden van onder meer bot en spiercellen die hangen of drijven in de matrix en zijn via een receptor op hun celwand verbonden met het collageen. We noemen dit de integrine receptor. Deze receptoren worden gestimuleerd via het menselijk bewegen. De receptoren zenden door beweging een boodschap door naar het DNA in de cel. Het DNA wordt vervolgens geactiveerd om voor het lichaam allerlei zinvolle nieuwe eiwitten aan te maken ten dienste van groei en herstel.
Ook onze darmen zijn omgeven door fasciaal bindweefsel en hangen hierin. Hier spelen de integrine receptoren waarschijnlijk ook een rol in de motorische component van onze spijsvertering. Dit zou kunnen verklaren waarom simpelweg meer bewegen al een belangrijk preventief middel kan zijn bij obstipatie.
Mechano force transduction
Het model van een aparte spier die geïsoleerd een contractie maakt, en daarmee een gewricht in beweging zet, blijkt veel complexer te verlopen dan gedacht. Spieren blijken veel meer in samenhangende ketens te werken, de zogenaamde anatomy trains of fascial lines. Naast de mechanotransduction spreekt men tegenwoordig ook wel over mechano force transduction. De fascia blijkt in staat om krachten door het lichaam heen te geleiden, waardoor bewegingen efficiënter verlopen en meer op elkaar afgestemd worden. Daarom adviseren wij: train movements, not muscles. Oftewel, train bewegingen in plaats van spieren.
De mechano force transduction vindt vooral plaats tijdens isometrische contracties. Spieren werken daardoor veel meer als een veer- of schokbrekermechanisme dan de afwisselende concentrische en excentrische contracties. Vooral onze ‘core’ blijkt op deze manier te werken en zorgt ervoor dat arm- en beenbewegingen veel meer op elkaar afgestemd kunnen worden. Dit gebeurt met name tijdens contrabewegingen van armen en benen. Het is daarom belangrijk om tijdens een training veel meer in te zetten op samengestelde bewegingen, waarin iemand in de oefeningen regelmatig vrij op een been komt te staan en zichzelf in die houding leert te stabiliseren. Variatie is hierbij het sleutelwoord. Daag de sporter uit tot het vinden van stabiliserende bewegingsoplossingen onder constant veranderende impulsen.
Als er meer op deze manier getraind wordt dan worden de trek en elastische componenten van het fasciale bindweefsel sterker. Ook vormen de krachtlijnen in onze botten en spieren zich meer naar alle richtingen. Dit komt de algehele belastbaarheid ten goede. Je krijgt er misschien niet zo’n prachtige geïsoleerd ontwikkelde biceps van om te tonen op het strand, maar je voorkomt wel deels welvaartsziekten als sarco-osteopenie en diabetes type II.